Kijken

Kijken

Aan een van de pontons in de haven lagen diverse schepen die bewonderd konden worden. De schippers/eigenaren vertelden het publiek graag over het leven, werken en recreëren in de nautische sector. Denk hierbij bijvoorbeeld aan schepen van Rijkswaterstaat. De brandweer van Tiel stelde de blusboot “De Batouwe” open voor bezichtiging.

Voor een volgende editie van Tiel Maritiem zijn we bezig om de baggerwereld weer voor het evenement te interesseren.

Dit privéjacht heeft een ruime historie. Het is ooit gebouwd om mee naar Engeland te vluchten, nu is het een kotterjacht dat louter in gebruik is als woonschip.

 

 

 

 

 

Deze prachtige gerestaureerde sleper van een inwoner uit Tiel was ook tijdens Tiel Maritiem te bewonderen. Een sleper, 16 meter lang, die moet je gezien hebben!

 

 

 

 

Het voormalige voetveer ‘Hendrikus’ blijft een bezienswaardigheid. Ook tijdens de afgelopen Tiel Maritiem.

 

 

 

 

 

Een duwboot met dergelijke afmetingen was nog nooit in de haven van Tiel. En het was dus een primeur om de imposante machinekamer van de Bo Jo te kunnen bekijken.

 

 

 

 

 

 

Ook dit voormalige patrouillevaartuig van Rijkswaterstaat lag ter bezichtiging aan een van de pontons.

 

 

 

 

 

 

FBT uit Dflumarruten was ook van de partij.

 

 

 

 

 

 

Dit schip is in 1972 gekocht in Beneden Leeuwen als woonschip. Het heette toen Ark de Weltevreden en lag daar bij het toenmalige café op de dijk.

De eigenaar van het schip was een 85-jarige man, die ooit als schipper op deze tjalk had gevaren. Vanwege zijn leeftijd ging hij aan wal wonen. Het schip is in 1883 in Rotterdam gebouwd als de DRIE GEBROEDERS en was een van de eerste ijzeren tjalken. Er is altijd mee gezeild en heeft nooit een motor gehad.

Op een gegeven moment is besloten om het schip weer in de vaart te brengen, als zeilschip. Er was in die jaren nog niet zoveel bekend over oude schepen en hun constructie. Na veel onderzoek, bestuderen van oude afbeeldingen en luisteren naar herinneringen van oude mensen is het huidige concept tot stand gekomen.

Eerst is geprobeerd de bouw langs de Waal te realiseren. Dat was lastig, vooral met hoog water. Daarom is besloten te gaan bouwen bij de firma Dekker in IJzendoorn . De bouw is grotendeels in eigen beheer uitgevoerd, met de onvolprezen hulp van directie en personeel van Dekker. Zij boden steeds hulp en moedigden aan. Dat doen ze nog steeds, want de boot ligt daar nog altijd. Zonder hun steun was het waarschijnlijk niet gelukt om de boot in de huidige staat te krijgen.

De oorspronkelijke bevestigingspunten van mast en zwaarden zijn gebruikt. De zwaarden zijn uit de Waal gevist bij de scheepswerf Hendriks in Dodewaard. Bij laag water kon je ze zien liggen, waarschijnlijk zijn ze daar ooit gedumpt. Na een grondige restauratie konden ze weer dienst doen.

Het roer is gedeeltelijk van staal, met eikenhout van oude spoorbielzen. De opbouw is van staal en is laag gehouden om te kunnen zeilen. De ankerlier en het anker zijn origineel en het zeilgerei is van de firma De Boer Sails. Vader De Boer heeft dit soort schepen in het verleden nog getuigd. Het schip is ‘Vrouwe Adriana‘ genoemd, naar de vrouw van de eigenaar.

Met het schip zijn veel mooie tochten gemaakt, tot in Frankrijk toe. Men is druk doende om rondom de ‘Vrouwe Adriana’ een tijdelijke museumhaven aan te leggen, met onder andere traditionele zeilschepen en varende monumenten. Op die manier kan ‘Tiel toen’ getoond worden: Tiel aan de Waal rond 1900.

Tatanka